Vorige week woensdag (22 november 2017) hebben wij onze vierde opleidingsdag bij Pets4Care gehad. Wederom was dit een leerzame les. Voorgaande lessen hebben wij onszelf vooral goed leren kennen en hierop leren inspelen. Ik heb hierbij veel van mijzelf en van Djen geleerd, maar ook van ons als team. Nu was het tijd om handvatten te krijgen bij het inzetten van jouw hond. Onder andere is er gesproken over het belang van goed observeren en het inwinnen van informatie. De activiteit op zich is veel minder belangrijk dan ik had verwacht. Dit was voor mij wel echt een eyeopener, want ik vond het nog best lastig om te bedenken hoe ik activiteiten goed kon vormgeven en passend kon maken bij de cliënt. Maar het observeren en inwinnen van informatie is uiteindelijk veel belangrijker dan het juist uitvoeren van de activiteit.
Tekst: Tessa Feer
We hebben geleerd dat wat er gebeurt tijdens het uitvoeren van een activiteit, belangrijker is dan de activiteit die je uitvoert op zich. Echter is het natuurlijk wel belangrijk dat de activiteit die je uitvoert, aansluit bij de eigenheid van jouw hond. Als een hond bijvoorbeeld commando’s moet opvoeren terwijl hij veel liever een spelletje speelt met de cliënt, kost dit veel energie en kan de hond dit minder lang volhouden. Ook is het van belang om tijdens de activiteit een veilige situatie te creëren. Heeft je hond bijvoorbeeld moeite met het loslaten van botjes? Gebruik dan geen botjes tijdens activiteiten.
Geen strakke lijn
Tijdens het cliëntcontact en het uitvoeren van activiteiten is het noodzakelijk dat je jouw hond niet tegenhoudt. Tijdens het contact moet er daarom geen sprake zijn van een strakke lijn. Dan is het namelijk lastig voor de hond om zijn werk te kunnen doen en te handelen hoe de hond dat zelf prettig vindt. Djen kan ik hier gelukkig echt mee vertrouwen, ondanks dat ze nog een puber is. Ze weet zichzelf altijd precies te spiegelen aan mensen en hen op de juiste wijze te benaderen. Als wij bijvoorbeeld in een bos lopen en er loopt een klein kindje van twee jaar die graag met Djen wil spelen, dan weet Djen vanuit haar gevoel dat ze niet moet opspringen of heel wild moet gaan doen. Dit is een fijne en belangrijke zekerheid binnen het cliëntcontact. Durf in jouw hond te vertrouwen en probeer hem niet tegen te houden door de lijn strak te houden of hem op een andere wijze in te houden.
Simpele activiteiten samen
Natuurlijk is het doen van een activiteit wel van belang, maar de activiteit op zich kan al heel simpel zijn. Of zelfs totaal anders worden uitgevoerd dan eigenlijk de bedoeling was. Een activiteit kan al zijn om de hond kennis te laten maken met een voorwerp, samen met de hond te gaan wandelen of de hond commando’s te laten uitvoeren. Zelfs aaien en apporteren kan een activiteit zijn binnen het cliëntcontact. Nogmaals, het gaat hierin niet om de activiteit of de opdracht op zich, maar om wat er gebeurt tussen de cliënt en de hond. Je kan jouw hond als spiegel gebruiken en informatie die je haalt uit jouw observaties direct doorspelen naar de cliënt. Als Djen bijvoorbeeld heel overdreven tegen iemand aan gaat hangen, weet ik dat diegene niet lekker in zijn of haar vel zit. Hier kan je dan op een adequate wijze op doorpakken.
Win het vertrouwen
Als het uiteindelijk gelukt is om de cliënt en de hond elkaars vertrouwen te laten winnen, dan zal de cliënt samen met de hond doelen gaan behalen. Deze doelen zijn van belang voor de uiteindelijke ontwikkeling van de cliënt, maar uiteindelijk zal de cliënt het zonder de hond moeten doen. Het contact met de hond kan je afbouwen door zelf als coach steeds meer betrokken te raken bij de activiteiten die je uitvoert. Ook kan je de hond uiteindelijk als motivator in gaan zetten. Het is vaak al een motivatie als de hond überhaupt aanwezig is. De hond kan ook als “beloning” worden ingezet. Zoals bijvoorbeeld “als je mij wil vertellen hoe jouw dag was, mag je daarna samen met Djen met de bal spelen”.
Vertrouwensband
Uiteindelijk is de therapiehond eigenlijk jouw “middel” om de cliënt te leiden naar autonomie. Door het natuurlijke contact tussen mens en hond, ontstaat er op ongedwongen wijze een vertrouwensband. Vanuit deze vertrouwensband kan je gaan observeren, informatie over de cliënt inwinnen, spiegelen, terugkoppelen en kan de problematiek bij de kern aangepakt worden. Vanuit deze band kan er gewerkt worden aan de zelfontplooiing van de cliënt en kan dit steeds verder uitgebouwd worden.
Naar mijns inziens is er geen betere manier om samen met kinderen te werken aan vaardigheden en het opbouwen van vertrouwen!
Laat een bericht achter